Overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en deskundigen voeren een discussie over regelgeving voor ontwikkeling van biotechnologie. Een gevoelig onderwerp is maakbaarheid van dieren , onder andere door middel van biotechnologie. In het verleden zijn b.v. heftige openbare discussies gevoerd over de genetisch gemodificeerde stier Herman . Het DNA gaf hij door aan de kalfjes die geboren werden uit koeien die hij bevruchtte. Eenmaal volwassen konden Herman’s dochters medicijnen in hun melk produceren.
Er is ook discussie over andere biotechnologische technieken, waaronder het gebruik van mens-dier chimeren . In het algemeen zijn chimeren wezens waarin sommige cellen of organen van een ander dier afkomstig zijn. Zo is een muilezel een chimeer van een ezelin en een paardenhengst, en een muildier juist van een paardenmerrie en een ezel. Chimeren kunnen ook in het laboratorium op verschillende manieren gemaakt worden.
In het zesde verhaal in De vooruitkijkspiegel , ‘de havik-duif,’ is de definitie van een chimeer: een wezen met verschillende populaties cellen van verschillende oorsprong. De half zwarte en half witte kat is een chimeer, en de havik met duiveningewanden zodat hij kan leven op een vegetarisch dieet. In het verhaal nemen we een kijkje in een mogelijke toekomst waarin verbeteringen van het DNA van huisdieren en vee al gemeengoed is. Het kan ook dan altijd nog een stuk radicaler, maar wordt de wereld daar wel beter van?
In het verhaal stuit een ambitieuze vredesorganisatie op de grenzen van de het gebruik van biotechnologie bij dieren. Huisdierbezitters kunnen gemakkelijk en zeker hun ideale kat of hond kiezen. In de agrarische sector wordt het vee geoptimaliseerd voor een zo efficiënt mogelijke omzetting van veevoer in vlees, melk of eieren. Een pacifistische actiegroep gebruikt een mix van twee vormen van biotechnologie om een havik met duivengenen en -organen vreedzamer te maken, als mascotte van hun beweging. Althans, dat denken ze.